Trips bestrijden

Trips is een van de meest vervelende plagen die je kunt aantreffen bij kamerplanten, kasgewassen en in de tuin. Deze kleine insecten zuigen plantensap op, veroorzaken zilverkleurige strepen en zwarte puntjes op bladeren en kunnen bloemen en vruchten ernstig beschadigen. Omdat trips zich razendsnel voortplanten, kan een kleine besmetting binnen korte tijd uitgroeien tot een flinke plaag.

Gelukkig zijn er effectieve manieren om trips te bestrijden. Op deze pagina ontdek je hoe je trips herkent, hoe een plaag ontstaat en welke stappen je kunt nemen om de schade te beperken. We leggen uit welke natuurlijke vijanden je het beste kunt inzetten en hoe je trips in huis, kas of tuin onder controle houdt.

Na het lezen van deze pagina weet je:

• welk stappenplan je kunt volgen om trips direct aan te pakken, van isoleren en handmatig verwijderen tot het inzetten van natuurlijke vijanden
• hoe je trips en hun schade herkent en onderscheidt van andere plagen
• op welke manieren een tripsplaag ontstaat en waarom warme, droge omstandigheden het probleem verergeren
• welke natuurlijke vijanden het meest effectief zijn tegen trips en in welke situaties je ze inzet
• welke biologische middelen en vangplaten je kunt gebruiken als ondersteuning bij de bestrijding
• hoe je trips aanpakt in specifieke situaties, zoals bij kamerplanten, in de kas of in de (sier)tuin
• welke maatregelen je kunt nemen om een nieuwe tripsplaag te voorkomen

Stappenplan trips bestrijden

Met dit stappenplan kun je direct aan de slag. Het belangrijkste is dat je de plaag stap voor stap aanpakt: eerst voorkomen dat trips zich verder verspreiden, daarna zoveel mogelijk weghalen en tenslotte de kern aanpakken met biologische bestrijders. Zo maak je het de tripsen op alle fronten moeilijk en verklein je de kans dat ze snel terugkomen.

Isoleer aangetaste planten

Zet besmette planten meteen apart, bij voorkeur in een andere kamer of hoek van de kas. Zo voorkom je dat de trips ongemerkt oversteken naar gezonde planten.

Verwijder trips handmatig

Spoel de bladeren rustig maar grondig af onder lauw water. Je kunt ze daarna afnemen met een zachte, vochtige doek. Herhaal dit meerdere keren per week, want trips ontwikkelen zich snel en zo haal je telkens een deel van de volwassen insecten en larven weg.

Snoei zwaar aangetaste delen weg

Zijn bladeren of bloemen ernstig aangetast, misvormd of bedekt met schade, knip ze dan weg. Gooi ze in de vuilnisbak of GFT-bak, niet op de composthoop. Zo verlaag je de plaagdruk.

Zet natuurlijke vijanden in

Nu is het tijd om de trips structureel aan te pakken met natuurlijke bestrijders. Deze helpen je om de plaag onder controle te krijgen zonder schade voor nuttige insecten of je planten. Afhankelijk van de plek en de ernst van de plaag, kun je verschillende soorten inzetten:

• Aaltjes in de potgrond – Steinernema feltiae
  Deze microscopisch kleine wormpjes giet je eenvoudig in de aarde bij de plant. Ze gaan actief op zoek naar poppen in de grond en schakelen deze van binnenuit uit. Zo pak je het stadium aan dat je met het blote oog niet ziet.
• Roofmijten in de potgrond – Hypoaspis miles
  Hypoaspis miles roofmijten zijn actief in het bovenste laagje van de potgrond en onderin je planten. Daar jagen ze op eitjes en larven van trips. Het voordeel van deze roofmijt is dat hij ook veel andere kleine plaaginsecten op het menu heeft. Naast trips jagen ze onder andere op larven van rouwvliegjes en op springstaartjes.
• Roofmijten op de bladeren – Amblyseius cucumeris roofmijten
  Roofmijten zijn kleine helpers die je op de plant strooit. Ze jagen vooral op jonge tripslarven die zich aan de boven- en onderkant van bladeren ophouden. Omdat ze zich ook zonder veel trips nog een tijd in leven kunnen houden, zijn ze ideaal voor preventief gebruik of bij een beginnende plaag. Daarnaast helpen roofmijten ook nog eens tegen spint, win-win dus!
• Roofwantsen tegen volwassen trips – Orius laevigatus roofwantsen
  Roofwantsen zijn iets groter en eten zowel oudere larven als volwassen trips. Ze prikken hun prooi aan en zuigen deze leeg. Dit maakt ze bijzonder geschikt bij een hardnekkige plaag, omdat ze ook de insecten aanpakken die roofmijten niet meer opeten.

Wil je meteen goed starten, kies dan voor het combipakket met Orius laevigatus roofwantsen en Hypoaspis roofmijten. Daarmee bestrijd je trips in verschillende stadia tegelijk.

Hoe herken je een tripsplaag?

Trips zijn erg klein en daardoor lastig op te merken. Toch zijn er duidelijke signalen waar je ze aan kunt herkennen.

Volwassen trips zijn slechts 1 tot 2 millimeter groot. Ze hebben een langwerpig lichaam en kunnen bruin, zwart of geel van kleur zijn. Omdat ze zo klein zijn, worden ze vaak pas laat opgemerkt. Pas als je goed kijkt, zie je ze rondlopen over de bladeren van je planten.

De larven van trips zijn nog kleiner en lichter van kleur. Ze zitten meestal aan de boven- en onderkant van bladeren, of in de oksels van de bladeren en voeden zich daar met plantensap.

De schade die trips veroorzaken valt vaak eerder op dan de plaaginsecten zelf. Let vooral op:

• Zilverachtige strepen of vlekjes op bladeren, alsof er een dun laagje stof of glans overheen ligt.
• Kleine zwarte puntjes: dit zijn de uitwerpselen van trips.
• Misvormde bladeren of bloemen die scheef groeien of er verfomfaaid uitzien.
• Een plant die ineens veel trager groeit of er verzwakt uitziet.

Twijfel je of je te maken hebt met trips of een andere plaag, zoals spint? Spint herken je vooral aan de fijne spinsels die rond bladeren en stengels verschijnen. Wil je daar meer over weten, lees dan verder op onze pagina over spint bestrijden of de pagina verschil tussen spint en trips.

Hoe ontstaat een tripsplaag?

Een tripsplaag lijkt vaak ineens uit het niets te komen, maar er zijn meerdere manieren waarop de insecten zich kunnen verspreiden.

Met nieuwe planten
Planten die je koopt of van iemand krijgt, kunnen ongemerkt al besmet zijn met trips. De insecten of hun eitjes zijn zo klein dat je ze niet meteen ziet. Zodra de plant in een warme kamer of kas staat, kan de plaag zich razendsnel ontwikkelen.

Via mensen en spullen
Trips zijn zo licht dat ze makkelijk meeliften. Ze kunnen aan je kleding of handen blijven zitten of via tuingereedschap worden overgebracht naar andere planten. Zonder dat je het doorhebt, verspreid je ze van de ene naar de andere plek.

Door tocht en wind
Trips kunnen zelf niet vliegen, maar laten zich meevoeren door luchtstromen. Een raam op de tocht of een ventilator in de kas kan er dus voor zorgen dat ze zich snel verspreiden.

Warme en droge omstandigheden
Trips houden van warmte en droge lucht. In zulke omstandigheden planten ze zich extra snel voort. Waar je er eerst maar een paar ziet, kan in korte tijd een grote plaag ontstaan.

Omdat trips zich zo snel vermenigvuldigen, is het belangrijk om direct actie te ondernemen zodra je de eerste tekenen ziet. Hoe eerder je begint met bestrijden, hoe makkelijker je voorkomt dat de plaag uit de hand loopt.

Welke natuurlijke vijanden werken tegen trips?

Om trips effectief te bestrijden, kun je gebruikmaken van natuurlijke vijanden. Deze levende helpers eten de trips op in verschillende levensstadia. Ze vormen geen enkel gevaar voor mensen, huisdieren of planten, maar zorgen er wel voor dat de plaag onder controle komt.

Roofwantsen (Orius laevigatus)
Roofwantsen zijn kleine, beweeglijke insecten die vooral geschikt zijn bij een grotere plaag. Ze jagen als enige natuurlijke bestrijder ook op oudere larven én volwassen trips. Met hun steeksnuit zuigen ze de trips leeg, waardoor ze snel minder worden. Roofwantsen zijn ideaal voor grotere plagen, bijvoorbeeld in kassen of bij binnenteelt, waar ze voldoende prooi vinden.

Steinernema feltiae aaltjes
Dit zijn microscopisch kleine wormpjes die je eenvoudig in de potgrond of tuinbodem giet. Ze gaan actief op zoek naar de poppen van trips die zich in de grond verstoppen. Daar dringen ze de trips binnen en schakelen ze deze uit. Zo voorkom je dat een tripslarve kan uitgroeien tot volwassen trips.

Hypoaspis miles roofmijten
Deze kleine roofmijten strooi je uit over de potgrond van je planten. Ze zijn vooral actief in de bovenste centimeters van de potgrond en jagen daar op eitjes en larven van trips. Eén roofmijt kan makkelijk meerdere prooien per dag aan. Omdat deze roofmijten vooral de eerste stadia van trips bestrijden, werken ze het best als preventief middel.

Amblyseius cucumeris roofmijten
Deze piepkleine roofmijten strooi je uit op de bladeren van je planten. Ze eten vooral de jonge tripslarven, die net uit de eitjes zijn gekomen. Omdat ze snel ingrijpen bij de eerste stadia van trips, zijn roofmijten ideaal als preventieve maatregel of bij een beginnende plaag.

Het grote voordeel van biologische bestrijders is dat ze samenwerken met de natuur. Ze pakken trips gericht aan, zonder schadelijke gevolgen voor nuttige insecten, je planten, of het milieu. Daarmee zijn ze een duurzame oplossing die je steeds opnieuw kunt inzetten.

Biologische middelen en vangplaten tegen trips

Naast natuurlijke vijanden kun je ook hulpmiddelen inzetten om een tripsplaag te bestrijden of tijdig op te merken. Deze middelen werken ondersteunend en helpen je om sneller grip te krijgen op de situatie.

• Blauwe vangplaten
  Tripsen worden aangetrokken door de blauwe kleur van vangplaten. Ze voelen zich hierdoor aangetrokken en blijven kleven aan het lijmoppervlak. Zo verminder je niet alleen het aantal volwassen trips, maar zie je ook direct hoe groot de plaag is. Door vangplaten in je planten of kas te hangen, kun je de verspreiding vroegtijdig signaleren en beter in de gaten houden. Bekijk onze blauwe vangplaten tegen insecten.
• Biologische middelen zoals neemolie of een mild zeepmengsel
  Deze middelen kun je gebruiken om trips tijdelijk terug te dringen. Ze werken door de insecten te verstoren of hun beschermlaag aan te tasten, waardoor ze minder schade aanrichten. Toch zijn ze geen complete oplossing, omdat trips zich razendsnel voortplanten. Het is daarom slechts een tijdelijke oplssing. Houd er rekening mee dat neemolie ook schadelijk kan zijn voor insecten die juist nuttig zijn. Als je neemolie hebt gebruikt, wacht dan 2 weken voordat je aan de slag gaat met de natuurlijke vijanden!
• Chemische middelen
  Hoewel chemische bestrijdingsmiddelen een snelle oplossing lijken, hebben ze flinke nadelen. Ze kunnen nuttige insecten zoals bijen en roofmijten doden, terwijl juist die natuurlijke helpers belangrijk zijn voor een gezond evenwicht. Bovendien werkt de bestrijding meestal maar tijdelijk, kunnen de plaaginsecten een resistentie opbouwen en komt de plaag daarna vaak terug. Door vangplaten slim te combineren met natuurlijke vijanden, vergroot je de kans op blijvend succes en houd je je planten op een veilige en milieuvriendelijke manier gezond.

Trips in specifieke situaties

Trips in kamerplanten

Heb je trips ontdekt op een kamerplant? Zet die plant meteen apart van je andere planten. Zo voorkom je dat de plaag zich verspreidt. Verhoog daarna de luchtvochtigheid door regelmatig te benevelen met een plantenspuit, want trips houden niet van vocht. Voor de bestrijding in huis kun je goed gebruik maken van roofmijten (die jonge larven op de bladeren aanpakken) en roofwantsen (die volwassen trips opeten). Deze natuurlijke vijanden zijn veilig voor gebruik binnenshuis en helpen de plaag onder controle te krijgen.

Trips in kas of serre

In een kas of serre zijn de omstandigheden vaak ideaal voor trips: warm en droog. Daardoor kan een plaag hier extra snel uit de hand lopen. Het is verstandig om preventief te werken. Hang blauwe vangplaten op om trips vroegtijdig te signaleren en weg te vangen. Daarnaast is het slim om structureel roofmijten uit te zetten. Die werken continu door en verkleinen zo de kans dat een kleine besmetting verandert in een grote plaag.

Trips in moestuin of siertuin

In de moestuin of siertuin zijn vooral jonge planten en bloeiende gewassen erg gevoelig voor trips. Een aantasting kan hier de groei belemmeren of bloemen en vruchten aantasten. Zet daarom aaltjes in die in de bodem actief zijn en daar poppen van trips bestrijden. Combineer dit met roofmijten op de planten zelf, zodat ook de larven boven de grond worden aangepakt. Op die manier bestrijd je trips in meerdere stadia tegelijk en geef je je tuinplanten de beste kans om zich te herstellen.

Hoe voorkom je een nieuwe tripsplaag?

Een tripsplaag helemaal uitsluiten is lastig, maar met een paar simpele maatregelen verklein je de kans aanzienlijk. Het draait vooral om voorzorg en regelmatige controle.

• Controleer nieuwe planten
  Nieuwe planten kunnen ongemerkt al trips meedragen. Zet ze daarom altijd eerst een paar weken apart van je andere planten (quarantaine). Zo kun je rustig in de gaten houden of er problemen ontstaan voordat je ze bij de rest zet.
• Zorg voor een hogere luchtvochtigheid
  Trips gedijen goed in warme en droge lucht. Door regelmatig met een plantenspuit te benevelen of een luchtbevochtiger te gebruiken, maak je de omstandigheden minder aantrekkelijk voor trips. Dit helpt vooral bij kamerplanten en in de kas.
• Inspecteer planten wekelijks
  Kijk niet alleen naar de bovenkant, maar vooral naar de onderkant van bladeren. Daar zitten trips en hun larven vaak verstopt. Hoe eerder je ze opmerkt, hoe makkelijker ze te bestrijden zijn.
  Door deze preventieve stappen in je routine op te nemen, houd je je planten sterker en verklein je de kans dat trips opnieuw de kans krijgen om zich uit te breiden.